Skip to main content

Op 9 oktober werd er binnen de regering een akkoord bereikt over de begroting van 2024. In dit artikel lijsten wij enkele van de belangrijkste aangekondigde maatregelen op.

Sociaalrechtelijk

Uitbreiding systeem flexi-jobs

Het flexi-jobsysteem creëert sinds december 2015 flexibele werkgelegenheid voor gepensioneerden en mensen die minstens 4/5 werken. Het fiscaal gunstige regime gold eerst enkel in de horeca, maar ondertussen ook voor andere sectoren.

Vanaf 2024 wordt deze lijst verder uitgebreid naar twaalf nieuwe sectoren :

  • Autosector
  • Bussen en autocars
  • Eventsector
  • Immosector
  • Kinderopvang
  • Land- en tuinbouwsector
  • Onderwijs
  • Publieke sport- en cultuursector
  • Rijscholen
  • Uitvaartsector
  • Verhuissector
  • Voedingssector

Naast de uitbreiding van de lijst wordt er ook ingezet op sterkere sociale bescherming, waardoor nu ook voor flexi-jobbers de sectorale barema’s gelden. Hierdoor stijgt het minimumloon voor flexi-jobs (uitgezonderd in de horecasector).

Verder komt er ook een inkomensplafond waardoor niet-gepensioneerde flexi-jobbers maximum 12.000,00 euro per jaar mogen bijverdienen om de fiscale vrijstelling te genieten. Minder goed nieuws voor de werkgever : De RSZ-bijdrage zal stijgen van 25% naar 28%.

Ten slotte is er ook een nieuwe wachtperiode. Schakel je over van een voltijdse naar een 4/5 tewerkstelling, dan mag je pas na een half jaar een flexi-job uitvoeren.

Stijging minimumlonen

Op 1 april 2024 stijgt het zgn. “gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen” (GGMMI). Wie het minimumloon verdient, zal 50,00 euro netto meer krijgen per maand.

Voor de werkgevers wordt de stijging van de loonkost gecompenseerd met wijzigingen aan de sociale en fiscale werkbonus.

Verhoging activeringsbijdrage

Wie werknemers vrijstelt van prestaties terwijl ze toch (een deel van) hun loon behouden, moet sinds enkele jaren bovenop de normale socialezekerheidsbijdragen een activeringsbijdrage betalen. Deze activeringsbijdrage wordt nu verhoogd met 30%.

Om in aanmerking te komen voor een verlaging van 40% op die activeringsbijdrage, moeten de betrokken werknemers een outplacementbegeleiding krijgen. Een opleiding volstaat niet meer.

De activeringsbijdrage is voortaan vereist zodra de betrokken werknemers minder dan 1/3 van een voltijdse tewerkstelling werken per kwartaal.

Deze maatregel komt er om te vermijden dat werkgevers te veel werknemers in dienst houden, terwijl ze hen vrijstellen van prestaties.

Verhoging werkhervattingspremie

Sinds april 2023 kan je een werkhervattingspremie van 1.000,00 euro krijgen voor de aanwerving of re-integratie van een langdurig zieke werknemer in een systeem van progressieve werkhervatting. Deze premie zal stijgen naar 1.725,00 euro.

Wijziging RSZ-doelgroepvermindering

Vanaf volgend jaar zal er een minimale  tewerkstelling nodig zijn om als werkgever aanspraak te maken op de RSZ-doelgroepvermindering voor collectieve arbeidsvermindering. Het voordeel zal worden beperkt tot werknemers die gemiddeld minimaal 28 uur per week werken.

Fiscaal

Vermindering terugvorderbare accijnzen

Vanaf 1 januari vermindert het bedrag van de terugvorderbare accijnzen voor professionele diesel met 10,00 euro per 1.000 liter (0,01 euro per liter).

Btw-tarief sloop en heropbouw

In een eerder gepubliceerd artikel zijn we reeds ingegaan op de verlenging van het verlaagd tarief voor sloop en heropbouw. Vanaf 1 januari 2024 kunnen enkel nog particulieren gebruik maken van het verlaagde btw-tarief van 6%. Echter gelden er wel nog enkele overgangsmaatregelen.

Btw-tarief energiezuinige woningen

Tot eind 2023 werd het btw-tarief op de installatie van zonnepanelen, zonneboilers en warmtepompen voor woningen jonger dan 10 jaar verlaagd naar 6%.

Vanaf 2024 bedraagt het btw-tarief op zonnepanelen en zonneboilers opnieuw 21%, maar voor warmtepompen wordt het verlaagde btw-tarief van 6% met één jaar verlengd, tot eind 2024.

Registratierecht erfpacht en opstal

Er komt een verhoging van het evenredig registratierecht voor erfpacht en opstal. Op vandaag bedraagt dit tarief  2% en dit zal worden verhoogd tot 5%.

Dit heeft o.a. een negatieve impact op opstalconstructies die worden opgezet tussen grondeigenaren en promotoren, waarna die het project gesplitst verkopen. Verder zullen ook financieringsconstructies zoals een erfpacht en lease-back met niet-nieuw vastgoed een negatieve impact ondervinden.

 

Bovenvermelde maatregelen maken op vandaag nog niet het voorwerp uit van een wetsontwerp, waardoor ze op vandaag nog besproken worden in de voorwaardelijke wijs.