Wenst uw kind als student tijdens zijn/haar studie als zelfstandige te werken? Dat kan met het statuut van ‘student-zelfstandige’. Maar, wat heeft dit als fiscale gevolgen voor u als ouder?
Voorwaarden van student-zelfstandige
- Minimaal 18 jaar en maximaal 25 jaar
- Zelfstandige beroepsactiviteit uitoefenen
- Ingeschreven om regelmatig lessen te volgen in een Belgische of buitenlandse onderwijsinstelling om een door de bevoegde overheid erkend diploma te behalen
- Ingeschreven voor tenminste 27 studiepunten of tenminste 17 lesuren per week
Het statuut student-zelfstandige stopt op :
- Het einde van het kwartaal waarin niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden
- Het einde van het kwartaal waarin wordt afgestudeerd
- 30 september van het jaar waarin de leeftijd van 25 wordt bereikt
- Ouder dan 25 jaar en nog aan het studeren? Je wordt automatisch zelfstandig in hoofdberoep
Fiscale gevolgen van het statuut student-zelfstandige
Het statuut van student-zelfstandige heeft enkele fiscale en administratieve gevolgen voor de student en de ouders.
Ten laste van de ouders
De student blijft ten laste, indien zijn/haar nettobestaansmiddelen onder een bepaalde grens blijven.
Het maximum aan nettobestaansmiddelen die een kind mag hebben om ten laste te blijven, is 7.010 euro (inkomstenjaar 2023) (7.290 inkomstenjaar 2024).
Het nettobestaansmiddelen wordt bekomen na aftrek van een vrijstelling en werkelijk of forfaitaire kosten.
Voor kinderen die werken in een bedrijf waarin de ouders de controle uitoefenen en (in)direct bedrijfsleider zijn, geldt er sinds inkomstenjaar 2023 een nieuwe regel :
De student is niet meer ten laste wanneer de bedrijfsleidersbezoldiging ontvangen als student-zelfstandige uit de vennootschap van de ouder(s) meer dan 2.000,00 euro bedragen én hoger is dan de helft van het totale bruto inkomen.
Voorbeeld 1 :
- Loon uit studentenarbeidsovereenkomst : 1.500
- Bedrijfsleidersbezoldiging als student-zelfstandige : 2.000
Helft van totale bruto inkomen = 1.750
Bedrijfsleidersbezoldiging is niet meer dan 2.000
Nettobestaansmiddelen = 141,71
= ten laste
Voorbeeld 2 :
- Loon uit studentenarbeidsovereenkomst : 1.500
- Bedrijfsleidersbezoldiging als student-zelfstandige : 2.100
Helft van totale bruto inkomen = 1.800
Bedrijfsleidersbezoldiging is meer dan 2.000 en hoger dan 1.800
Nettobestaansmiddelen = 191,33
= niet meer ten laste
Voorbeeld 3 :
- Loon uit studentenarbeidsovereenkomst : 3.000
- Bedrijfsleidersbezoldiging als student-zelfstandige : 2.100
Helft van totale bruto inkomen = 2.550
Bedrijfsleidersbezoldiging is meer dan 2.000 maar lager dan 2.550
Nettobestaansmiddelen = 1.222,71
= ten laste
Bij de FOD Financiën is er een rekentool beschikbaar om de nettobestaansmiddelen te berekenen.
Groeipakket
Als het netto belastbaar inkomen als student-zelfstandige de wettelijk bepaalde jaarlijkse drempels niet overschrijdt, dan behoud de student-zelfstandige zijn/haar groeipakket.
In Vlaanderen ligt deze drempel op 16.861,46 euro (inkomstenjaar 2024). Met een hoger netto belastbaar inkomen valt de student-zelfstandige automatisch in het statuut van zelfstandige in hoofdberoep en vervalt bijgevolg het recht op het groeipakket.
De inkomsten als student-zelfstandige kunnen bovendien gecombineerd worden met inkomsten als jobstudent (maximum 600 uren per jaar).
Studiebeurs of studietoelage
Je studiebeurs of studietoelage wordt behouden, als de gezinsinkomsten onder een bepaalde grens blijven. De inkomsten als student-zelfstandige (en eventueel de inkomsten uit een studentenjob) tellen dus ook mee.
Sociale plichten en rechten
Een zelfstandige is onderworpen aan het sociaal statuut van de zelfstandige en moet zich dus aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds waarbij er sociale bijdragen verschuldigd zijn. Onder bepaalde voorwaarden genieten student-zelfstandigen een voordeliger tarief.
Student-zelfstandigen staan voor de sociale zekerheid ten laste van de ouders. Zolang de student ten laste blijft van de ouders, wordt de ziekteverzekering geregeld via de ouders. De periode als student-zelfstandige telt dan ook niet mee voor het pensioen van de student.